mei 26, 2022

Oude wijn in nieuwe zakken

Door admin

Zwarte Piet.

Ik meng me nooit in discussies als het over zwarte piet gaat, omdat deze discussie altijd uitmondt op ruzie. De laatste jaren lijkt het erop dat zogenaamde “niet” Nederlanders onze zwarte piet willen afpakken. Wat de meeste niet weten is dat deze discussie al meer dan honderd jaar wordt gevoerd, toen waren er niet zo veel “niet” Nederlanders. De eerste berichtgeving over een racistische zwarte piet was in 1927. Een zwarte man moest voor de Rotterdamse rechter verschijnen, omdat hij een havenarbeider had geslagen. De beklaagde verweerde zich bij de rechter met het feit dat hij was uitgescholden en zei dat zwarte mensen in Nederland voortdurend worden uitgemaakt voor Zwarte Piet. 1939 werd een zwarte onderwijzer door een moeder gesommeerd de tram in Sittard te verlaten, omdat haar zoontje moest huilen toen hij deze ‘Zwarte Piet’ zag. Het Limburgsch Dagblad vond het gedrag van de moeder getuigen van weinig beschaving. In 1956 klaagde een Surinaamse Nederlander in De Telegraaf dat kleine kinderen zelfs door hun moeders werden aangespoord om Zwarte Piet te zeggen tegen zwarte medepassagiers in de bus of tram. Zestig jaar later doen ouders dat nog steeds, aldus zangeres Berget Lewis in een interview met de Volkskrant op 2 juli 2016. ‘Kijk, daar heb je Zwarte Piet.’ Die plagerijtjes, tactloze opmerkingen en grofheden vormen samen een belangrijke drijfveer om Zwarte Piet te bekritiseren. De eerste kritiek op zwarte piet in de media verscheen op 19 april 1930 in het zogenaamde ‘neger-nummer’ van De Groene Amsterdammer. En op 6 december 1958 een artikel in ‘Het Vrije Volk’


Politici maken op dit moment dankbaar gebruik van zwarte piet om te polariseren terwijl deze discussie al meer dan een eeuw wordt gevoerd. Tja, dan kan je zwarte piet wel roetveeg piet noemen, of andere kleuren geven, het blijft zwarte piet. Ik kan bier in een kartonnen pak doen met een melk-etiket het blijft bier.